piemel
Nederlands
Woordafbreking
- pie·mel
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘mannelijk lid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1875 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | piemel | piemels |
verkleinwoord | piemeltje | piemeltjes |
Zelfstandig naamwoord
piemel m
- (anatomie) (informeel) geslachtsdeel van de man, penis; heeft de bijklank van kleinheid, vooral gebruikt voor onvolgroeide jongens
Vertalingen
1. geslachtsdeel van de man, penis; heeft de bijklank van kleinheid, vooral gebruikt voor onvolgroeide jongens
Gangbaarheid
- Het woord piemel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'piemel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.