geslachtsdeel
Nederlands
Woordafbreking
- ge·slachts·deel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van geslacht en deel met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geslachtsdeel | geslachtsdelen |
verkleinwoord | geslachtsdeeltje | geslachtsdeeltjes |
Zelfstandig naamwoord
geslachtsdeel o
- (anatomie) (seksualiteit) elk lichaamsdeel dat wordt gerekend tot de voortplantingsorganen, zoals bij de man de penis en de teelballen
Vertalingen
1. elk lichaamsdeel dat wordt gerekend tot de voortplantingsorganen, zoals bij de man de penis en de teelballen
Gangbaarheid
- Het woord geslachtsdeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'geslachtsdeel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.