parallellogram

Parallellogram

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·ral·lel·lo·gram
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘meetkundige figuur’ voor het eerst aangetroffen in 1615 [1]
  • afgeleid van parallel met het achtervoegsel -gram [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord parallellogram parallellogrammen
verkleinwoord parallellogrammetje parallellogrammetjes

Zelfstandig naamwoord

parallellogram o

  1. (wiskunde) een vierhoek waarvan de overstaande zijden evenwijdig zijn
Verwante begrippen
Vertalingen
    1. (wiskunde) een vierhoek waarvan de overstaande zijden evenwijdig zijn   

Gangbaarheid
  • Het woord parallellogram staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen
  1. "parallellogram" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
  2. parallellogram op website: Etymologiebank.nl


Zweeds

Zelfstandig naamwoord

parallellogram g

  1. (wiskunde) parallellogram.
Verbuiging
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   parallellogram     parallellogrammen     parallellogrammer     parallellogrammerna  
genitief   parallellograms     parallellogrammens     parallellogrammers     parallellogrammernas  
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.