oorsprong
Nederlands
Woordafbreking
- oor·sprong
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘aanvang’ voor het eerst aangetroffen in 1301 [1]
- Oud-Nederlands oersprong
- afgeleid van sprong met het voorvoegsel oor- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oorsprong | oorsprongen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
oorsprong m
- herkomst
- begin
- (wiskunde) snijpunt van de basisvectoren van een vectorruimte
Afgeleide begrippen
- oorsprongsland, oorspronkelijk
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord oorsprong staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'oorsprong' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.