minutieus
Nederlands
Woordafbreking
- mi·nu·ti·eus
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘zeer nauwkeurig’ voor het eerst aangetroffen in 1858 [1]
- afgeleid van het Franse minutieux (met het achtervoegsel -eus) [2] [3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | minutieus | minutieuzer | minutieust |
verbogen | minutieuze | minutieuzere | minutieuste |
partitief | minutieus | minutieuzers | - |
Verwante begrippen
- eigenwijs, juist, pedant, peuterig, precies, scherp, schoolmeesterachtig, secuur, stipt, wijsneuzig, zorgvuldig
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord minutieus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'minutieus' herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "minutieus" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Wiktionnaire
- minutieus op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.