haarfijn
Nederlands
Woordafbreking
- haar·fijn
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘bijwoord: uiterst nauwkeurig’ voor het eerst aangetroffen in 1806 [1]
- samenstelling van haar en fijn [2]
stellend | |
---|---|
onverbogen | haarfijn |
verbogen | haarfijne |
partitief | haarfijns |
Bijvoeglijk naamwoord
haarfijn [3]
- (intensief) heel precies en nauwkeurig met alles rekening houdend
- ‘Als kind al besefte ik dat mijn opa anders was dan anderen, met dat vreselijke nummer op zijn arm. Ik voelde haarfijn aan dat het niet iets alledaags was. En nog iedere keer als ik hem opzoek word ik daarmee opnieuw geconfronteerd. [4]
Gangbaarheid
- Het woord haarfijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'haarfijn' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "haarfijn" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- haarfijn op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Danielle Pinedo 24 november 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.