precies
Nederlands
Woordafbreking
- pre·cies
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘nauwkeurig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1537 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | precies | preciezer | preciest |
verbogen | precieze | preciezere | precieste |
partitief | precies | preciezers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
precies
- heel nauwkeurig, heel juist
- feitelijk
Vertalingen
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
1.
Gangbaarheid
- Het woord precies staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'precies' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.