secuur
Nederlands
Woordafbreking
- se·cuur
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘zorgvuldig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1672 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | secuur | secuurder | secuurst |
verbogen | secure | secuurdere | secuurste |
partitief | secuurs | secuurders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
secuur
- met grote nauwgezetheid iets zeker stellend
- Hij was de secuurste boekhouder die je ooit gezien hebt.
Gangbaarheid
- Het woord secuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'secuur' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.