mand
Nederlands
Woordafbreking
- mand
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘gevlochten korf’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
- Afkomstig van het Middelnederlandse mande.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mand | manden |
verkleinwoord | mandje | mandjes |
Zelfstandig naamwoord
mand v/m
- (gereedschap) een bak gemaakt van gevlochten rotan of tenen voorzien van een handvat
- Ze moest de spullen in een mand doen.
Hyponiemen
|
Uitdrukkingen en gezegden
- door de mand vallen
bekend worden wat je eigenlijk geheim had willen houden
- De dader viel door de mand toen hij beelden van het misbruik deelde via internet. Rechercheurs ontdekten aan de hand van de beelden in welke motelkamer de video was opgenomen en zochten uit wie voor de kamer had betaald. [2]
Vertalingen
1. een bak gemaakt van gevlochten rotan of tenen voorzien van een handvat
|
|
Gangbaarheid
- Het woord mand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'mand' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Deens
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˈmanˀ/
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord maðr.
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | mand | manden | mænd | mændene |
genitief | mands | mandens | mænds | mændenes |
Zelfstandig naamwoord
mand g
- «En 26-årig mand er død, efter at han lørdag morgen blev ramt af et S-tog.»
- Een 26-jarige man is overleden nadat hij zaterdagmorgen werd aangereden door een sprinter.
- «En 26-årig mand er død, efter at han lørdag morgen blev ramt af et S-tog.»
- echtgenoot
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.