made

Een made.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·de
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘weide, hooiland’ voor het eerst aangetroffen in 796 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord made maden
mades
verkleinwoord madetje madetjes

Zelfstandig naamwoord

made v/m

  1. (insecten) een pootloze larve van een vlieg of mug
  2. een stuk grasland dat gemaaid of geweid wordt
Synoniemen
Hyponiemen
  • aarsmade, appelmade, hooimade, houtmade, spekmade, trekmade, vleesmade, vliegenmade
Afgeleide begrippen
  • madehaak, madeworm
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord made staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Alas-Kluet Bataks

Uitspraak
  • IPA: /maɗɤ/

Bijwoord

made

  1. niet


Fins

Zelfstandig naamwoord

made

  1. kwabaal
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.