maden

Niet te verwarren met: Maden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·den

Zelfstandig naamwoord

maden mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord made
Synoniemen


Deens

Woordafbreking
  • ma·den
Naar frequentie 1524

Zelfstandig naamwoord

maden, g

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van mad
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.