lof

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lof    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • lof
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘het prijzen’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
  • lof; verwant met lief (afkomstig van het Proto-Indo-Europees *leubh- (verzorgen, verlangen, liefhebben)).

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
naamwoord lof
verkleinwoord lofje lofjes

lof o

  1. iemand of iets prijzen
  2. korte vorm van de groente witlof
  3. katholieke plechtigheid
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord lof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Angelsaksisch

Uitspraak
  • IPA: /lof/

Zelfstandig naamwoord

lof o

  1. lof
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.