verlof
Nederlands
Woordafbreking
- ver·lof
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verlof | verloven |
verkleinwoord | verlofje | verlofjes |
Zelfstandig naamwoord
verlof o
- een periode waarin men toestemming krijgt om iets te doen, bijvoorbeeld vakantiedagen opnemen
- Mijn verlof begint op de eerste zomerdag.
Verwante begrippen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
- verlofaanvraag, verlofaanvrage, verlofbrief, verlofdag, verlofpas, verlofregeling, verlofsparen, verloftijd, verloving
Vertalingen
1. een periode waarin men toestemming krijgt om iets te doen, bijvoorbeeld vakantiedagen opnemen
Gangbaarheid
- Het woord verlof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verlof' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.