verlof

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verlof    (hulp, bestand)
  • IPA: /vərˈlɔf/
Woordafbreking
  • ver·lof
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vergunning’ voor het eerst aangetroffen in 1361 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord verlof verloven
verkleinwoord verlofje verlofjes

Zelfstandig naamwoord

verlof o

  1. een periode waarin men toestemming krijgt om iets te doen, bijvoorbeeld vakantiedagen opnemen
    • Mijn verlof begint op de eerste zomerdag. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • verlofaanvraag, verlofaanvrage, verlofbrief, verlofdag, verlofpas, verlofregeling, verlofsparen, verloftijd, verloving
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verlof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.