lofrede
Nederlands
Woordafbreking
- lof·re·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lof zn en rede zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lofrede | lofredes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
lofrede v/m [1]
- een voordracht waarin iemand zegt iets of of iemand heel goed te vinden
- Cabaretière Claudia de Breij schrijft dit jaar de 'lofrede' op De donkere kamer van Damokles van Willem Frederik Hermans. Dit boek staat in het najaar centraal tijdens de zevende editie van de CPNB-campagne Nederland Leest. [2]
- Minister-president Rutte prees Dijsselbloem vandaag als een minister van Financiën die 'opereert in de beste Nederlandse traditie'. 'Hij is streng, houdt niet van tekorten en geen voorstander van geldstromen van noord naar zuid.' Op wat cryptische wijze betrok de premier het postuur van Dijsselbloem bij zijn lofrede: 'Zijn overtuigingen passen bij zijn lichaamsbouw, hij houdt niet van overdaad en ook niet van tekorten.' [3]
Synoniemen
- lofspraak, loftuiting, elogium
Verwante begrippen
- lofredenaar
Gangbaarheid
- Het woord lofrede staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lofrede' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.