kundig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kundig    (hulp, bestand)
  • IPA: /'kɵndəx/
Woordafbreking
  • kun·dig
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘kunde bezittend’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • afgeleid van kunde met het achtervoegsel -ig [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen kundigkundigerkundigst
verbogen kundigekundigerekundigste
partitief kundigskundigers-

Bijvoeglijk naamwoord

kundig

  1. in staat vaardigheden toe te passen
    • Hij is een kundig onderzoeker. 
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kundig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.