vakkundig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vak·kun·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen vakkundigvakkundigervakkundigst
verbogen vakkundigevakkundigerevakkundigste
partitief vakkundigsvakkundigers-

Bijvoeglijk naamwoord

vakkundig

  1. met veel vakmanschap, blijk gevend van veel vakmanschap
    • Hij was een vakkundige kok, maar helaas te oud om nog een baan te kunnen vinden. 
Verwante begrippen
Antoniemen
  • onvakkundig
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vakkundig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.