deskundig
Nederlands
Woordafbreking
- des·kun·dig
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘vakbekwaam’ voor het eerst aangetroffen in 1717 [1]
- Samenstelling van des (genitief enkelvoud van dat) en kundig [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | deskundig | deskundiger | deskundigst |
verbogen | deskundige | deskundigere | deskundigste |
partitief | deskundigs | deskundigers | - |
Hyponiemen
- arbeidsdeskundig
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. met kennis van zaken
Gangbaarheid
- Het woord deskundig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'deskundig' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.