deskundig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • des·kun·dig
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vakbekwaam’ voor het eerst aangetroffen in 1717 [1]
  • Samenstelling van des (genitief enkelvoud van dat) en kundig [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen deskundigdeskundigerdeskundigst
verbogen deskundigedeskundigeredeskundigste
partitief deskundigsdeskundigers-

Bijvoeglijk naamwoord

deskundig [3]

  1. met kennis van zaken
    • Hij gaf een deskundig advies. 
Synoniemen
Hyponiemen
  • arbeidsdeskundig
Afgeleide begrippen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord deskundig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.