kosí

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /kɔsiː/
Woordafbreking
  • ko·sí

Bijvoeglijk naamwoord

kosí

  1. (vogels) merel-; met betrekking tot merels
Verbuiging


Typische woordcombinaties
  • kosí samice vmerelvrouwtje

Verwijzingen

    Bijvoeglijk naamwoord

    kosí

    1. nominatief bezield mannelijk meervoud van kosý
    2. vocatief bezield mannelijk meervoud van kosý

    Werkwoord

    kosí

    1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord kosit
    2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord kosit
    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.