koka

Lets

Zelfstandig naamwoord

koka v

coca

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	koka	kokas
genitief	kokas	koku
datief	kokām	kokām
accusatief	koku	kokas
instrumentalis	koku	kokām
locatief	kokā	kokās
vocatief	koka	kokas

Noors

Woordafbreking

ko·ka

Naar frequentie	> 50000

Zelfstandig naamwoord

koka, mv

bepaalde vorm nominatief meervoud van kok (maar betekenis [C])

Schrijfwijzen

kokene

Zelfstandig naamwoord

koka, v

bepaalde vorm nominatief enkelvoud van koke

Schrijfwijzen

koken, m

Nynorsk

Uitspraak

Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
IPA: /kuːka/

Woordafbreking

ko·ka

Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het Nynorske werkwoord koke.

		stellend	vergrotend	overtreffend
onbepaald (sterk)	m/v enkelvoud	koka
	o enkelvoud	koka
	meervoud	koka
bepaald (zwak)	enkelvoud en meervoud	koka

Bijvoeglijk naamwoord

koka

(kookkunst) gekookt

Schrijfwijzen

koka

Werkwoord

koka

onbepaalde wijs, tweede vorm naast koke, zie aldaar

koka

verleden tijd van koka
voltooid deelwoord van koka

Schrijfwijzen

[1]: kokte
[2]: kokt

koka

gebiedende wijs van koka

Schrijfwijzen

[1]: kok
[2]: koke

Werkwoord

koka

verleden tijd van koke
voltooid deelwoord van koke

Schrijfwijzen

[1]: kokte
[2]: kokt

koka

gebiedende wijs van koke

Schrijfwijzen

[1]: kok
[2]: koke

Zelfstandig naamwoord

koka,

bepaalde vorm nominatief meervoud van kok

Zelfstandig naamwoord

koka

verouderde spelling of vorm van koke van vóór 2012

(verouderd) onbepaalde vorm nominatief enkelvoud van koke, v

Zweeds

Uitspraak

Geluid: koka (hulp, bestand)

Woordafbreking

ko·ka

stamtijd
infinitief	verleden tijd	supinum
koka	kokade	kokat
	volledig

Werkwoord

koka

koken

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.