koke
Nederlands
Woordafbreking
- ko·ke
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈkuːkə /
Woordafbreking
- ko·ke
Naar frequentie | 8756 |
---|
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | koke |
tegenwoordige tijd | koker |
verleden tijd | kokte |
voltooid deelwoord |
kokt |
onvoltooid deelwoord |
kokende |
lijdende vorm | kokes |
gebiedende wijs | kok |
vervoegingsklasse | Klasse 2 zwak |
opmerking |
Werkwoord
koke
- overgankelijk, (kookkunst) bereiden, een maaltijd of een schotel bereiden, eten bereiden, klaarmaken, koken, kokkerellen, prepareren, [toebereiden]]
- overgankelijk, (figuurlijk) gaar koken, koken, zieden
- onovergankelijk, (kookkunst) aan de kook brengen, aan de kook raken, gaar koken, garen
- onovergankelijk, (kookkunst) borrelen, de kookpunt bereiken, doen koken, op het kookpunt zijn, putteren, zieden
Synoniemen
- [1]: lage mat
Afgeleide begrippen
- koke bort
- koke inn
- koke opp
- koke over
- koke sammen
- koke ut
Uitdrukkingen en gezegden
- [2]: koke av sinne
koken van woede
over je theewater zijn
zieden van toorn
over je theewater zijn
zieden van toorn
[A]+[B] | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | koke | m: koken v: koka |
koker | kokene |
genitief | kokes | m: kokens v: kokas |
kokers | kokene |
Synoniemen
- kokning
Synoniemen
- kokeri
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈkuːkə /
Woordafbreking
- ko·ke
vervoeging | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs | koke koka |
koke koka |
tegenwoordige tijd | kokar koker |
koker |
verleden tijd | koka | kokte |
voltooid deelwoord |
koka | kokt |
onvoltooid deelwoord |
kokande | kokande |
lijdende vorm | kokast | kokast |
gebiedende wijs | kok koka koke |
kok |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak
Klasse 3 zwak |
Klasse 2 zwak |
opmerking | optioneel | optioneel |
Werkwoord
koke
- overgankelijk, (kookkunst) bereiden, een maaltijd of een schotel bereiden, eten bereiden, klaarmaken, koken, kokkerellen, prepareren, [toebereiden]]
- overgankelijk, (figuurlijk) gaar koken, koken, zieden
- onovergankelijk, (kookkunst) aan de kook brengen, aan de kook raken, gaar koken, garen
- onovergankelijk, (kookkunst) borrelen, de kookpunt bereiken, doen koken, op het kookpunt zijn, putteren, zieden
Synoniemen
- [1]: lage mat
Afgeleide begrippen
- koke bort
- koke inn
- koke opp
- koke over
- koke saman
- koke sammen
- koke ut
Uitdrukkingen en gezegden
- [2]: koke (over) av sinne
koken van woede
over je theewater zijn
zieden van toorn
over je theewater zijn
zieden van toorn
[A]+[B] | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | koke | koka | koker | kokene |
Synoniemen
- kokning
Synoniemen
- kokeri
Hyperoniemen
- fabrikk
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.