kameel
![](../I/m/Camel_seitlich_trabend.jpg)
Een kameel.
Nederlands
Woordafbreking
- ka·meel
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘hoefdier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kameel | kamelen |
verkleinwoord | kameeltje | kameeltjes |
Zelfstandig naamwoord
kameel m
- (zoogdieren) Camelus bactrianus
, een hoefdier met twee bulten op de rug
- De kameel verschilt van de dromedaris door het aantal bulten op de rug.
Hyponiemen
- circuskameel, hybridekameel, melkkameel, racekameel, renkameel, schaapkameel, scheepskameel, spaarkameel
Afgeleide begrippen
|
Verwante begrippen
Vertalingen
1. Camelus bactrianus, een hoefdier met twee bulten op de rug
Gangbaarheid
- Het woord kameel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kameel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.