dromedaris
Nederlands
1. Een dromedaris in een dierentuin.
Woordafbreking
- dro·me·da·ris
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘hoefdier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dromedaris | dromedarissen |
verkleinwoord | dromedarisje | dromedarisjes |
Zelfstandig naamwoord
dromedaris m
- (zoogdieren) Camelus dromedarius
, herkauwer uit Afrika met vetbult op de rug
Vertalingen
1. Camelus dromedarius, herkauwer uit Afrika met vetbult op de rug
Gangbaarheid
- Het woord dromedaris staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dromedaris' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.