jukbeen
Nederlands
Woordafbreking
- juk·been
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van juk en been
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jukbeen | jukbeenderen |
verkleinwoord | jukbeentje | jukbeentjes |
Zelfstandig naamwoord
jukbeen o
- (anatomie) één van de beenderen van de schedel (os zygomaticum)
- Het jukbeen was onbeschadigd gebleven.
Vertalingen
1. één van de beenderen van de schedel
Gangbaarheid
- Het woord jukbeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'jukbeen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.