bovenkaak
Nederlands
Woordafbreking
- bo·ven·kaak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boven en kaak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bovenkaak | bovenkaken |
verkleinwoord | bovenkaakje | bovenkaakjes |
Zelfstandig naamwoord
bovenkaak v/m
- (anatomie) één van de beenderen van de schedel
- Kunt u mij de bovenkaak aanwijzen?
Vertalingen
1. één van de beenderen van de schedel
|
Gangbaarheid
- Het woord bovenkaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bovenkaak' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.