ingens

Latijn

Bijvoeglijk naamwoord

ingēns

  1. reusachtig, groot, enorm
  2. overdreven, exorbitant
  3. buitengewoon, onnatuurlijk
  4. (figuurlijk) machtig, krachtig
Verbuiging

derde declinatie

enkelvoud meervoud
mannelijk vrouwelijk onzijdig mannelijk vrouwelijk onzijdig
nominatiefingēnsingēnsingēnsingentēsingentēsingentia
genitiefingentisingentisingentisingentiumingentiumingentium
datiefingentīingentīingentīingentibusingentibusingentibus
accusatiefingentemingentemingenteingentēsingentēsingentia
ablatiefingentīingentīingentīingentibusingentibusingentibus
vocatiefingēnsingēnsingēnsingentēsingentēsingentia
Vergrotende trap (comparatief) (nom. m. enk.): ingentior
Overtreffende trap (superlatief) (nom. m. enk.): ingentissimus
  • De ablatief enkelvoud komt ook voor als ingente.
Afgeleide begrippen
  • Italiaans: ingente.
  • Spaans: ingente.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.