overdreven
Nederlands
Woordafbreking
- over·dre·ven
Woordherkomst en -opbouw
- Voltooid deelwoord van overdrijven.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | overdreven | overdrevener | overdrevenst |
verbogen | overdrevenste | ||
partitief | overdrevens | overdreveners | - |
Bijvoeglijk naamwoord
overdreven
- buiten proportie weergegeven
- Hij komt soms met de meest overdreven verhalen op de proppen.
- te groot
- Die overdreven voorliefde voor het gezag had ze van haar vader, adjunct van het plaatsvervangend afdelingshoofd bij het ministerie van Posterijen, die de hiërarchie binnen zijn ministerie zag als een metafoor voor het universum. [1]
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overdrijven |
overdreven
- meervoud verleden tijd van overdrijven
- Wij overdreven.
- Jullie overdreven.
- Zij overdreven.
- Wij overdreven.
- voltooid deelwoord van overdrijven
Verwante begrippen
- [1] dreven over
- [2] overgedreven
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overdrijven |
overdreven
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van overdrijven
- ...dat wij overdreven.
- ...dat jullie overdreven.
- ...dat zij overdreven.
- ...dat wij overdreven.
Gangbaarheid
- Het woord overdreven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'overdreven' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.