ingang
Nederlands
Woordafbreking
- in·gang
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van in en gang [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ingang | ingangen |
verkleinwoord | ingangetje | ingangetjes |
Zelfstandig naamwoord
ingang m
Hyponiemen
- achteringang, artiesteningang, dienstingang, hoofdingang, lijningang, rechtsingang, usb-ingang, woordenboekingang, zijingang
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. een trefwoord dat te vinden is in een woordenboek
2. een opening waar iets doorheen kan
Gangbaarheid
- Het woord ingang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ingang' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.