toegang

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·gang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord toegang toegangen
verkleinwoord toegangetje toegangetjes

Zelfstandig naamwoord

toegang m

  1. plaats waarlangs men ergens binnen kan gaan
    • De toegang werd versperd door een groot rotsblok. 
  1. het kunnen of mogen binnenkomen of gebruik van maken
    • De biograaf kreeg toegang tot het persoonlijk archief van de koning. 
    • De toegang is verboden voor onbevoegden. 
Hyponiemen
  • markttoegang, internettoegang, breedbandtoegang
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord toegang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.