hoeder
Nederlands
hoeder van de vrede
Woordafbreking
- hoe·der
Zelfstandig naamwoord
hoeder m [1]
- iemand die ergens over waakt zodat het niet verloren gaan
- Hij de hoeder van de de oude tradities die verloren dreigen te gaan.
- iemand die zorgt voor de dieren
- De schapenhoeder zorgde samen met zijn hond voor de kudde.
Synoniemen
- [1] beschermer, bewaarder
- [2] herder, oppasser, geleider
Verwante begrippen
Hyponiemen
- geitenhoeder, varkenshoeder, veehoeder, zwijnenhoeder
Afgeleide begrippen
- hoederbeet
Gangbaarheid
- Het woord hoeder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hoeder' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.