hoeder

Nederlands

hoeder van de vrede
Uitspraak
Woordafbreking
  • hoe·der
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van hoeden met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord hoeder hoeders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hoeder m [1]

  1. iemand die ergens over waakt zodat het niet verloren gaan
    • Hij de hoeder van de de oude tradities die verloren dreigen te gaan. 
  1. iemand die zorgt voor de dieren
    • De schapenhoeder zorgde samen met zijn hond voor de kudde. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • hoederbeet
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hoeder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.