hoeden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hoeden (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈɦu.də(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈɦu.də(n)/
- (Limburg): /ˈhu.də(n)/
Woordafbreking
- hoe·den
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘beschermen’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
- afgeleid van hoede met het achtervoegsel -en
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
hoeden |
hoedde |
gehoed |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
hoeden
- overgankelijk een kudde dieren verzorgen en in de gaten houden
- De herder hoedden hun schaapjes in het veld.
- wederkerend zich ~ voor zorgen dat een bedreiging geen werkelijkheid wordt
- Je moet je ervoor hoeden dat je computer niet besmet wordt door een virus.
Vertalingen
1. een kudde dieren verzorgen en in de gaten houden
2. zorgen dat een bedreiging geen werkelijkheid wordt
|
Gangbaarheid
- Het woord hoeden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hoeden' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.