zwijnenhoeder

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwij·nen·hoe·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwijnenhoeder zwijnenhoeders
verkleinwoord zwijnenhoedertje zwijnenhoedertjes

Zelfstandig naamwoord

zwijnenhoeder m

  1. (beroep) iemand die een kudde zwijnen hoedt
    • Andersen schreef een sprookje over een kleine zwijnenhoeder. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'zwijnenhoeder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.