sterkte
Nederlands
Woordafbreking
- sterk·te
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘kracht’ voor het eerst aangetroffen in 1434 [1]
- Afgeleid van sterk met het achtervoegsel -te.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sterkte | sterktes sterkten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
sterkte v
- de mate waarin iets sterk is
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
- sterkteleer
Vertalingen
1. de mate waarin iets sterk is
Werkwoord
vervoeging van |
---|
sterken |
sterkte
- enkelvoud verleden tijd van sterken
- Ik sterkte.
- Jij sterkte.
- Hij, zij, het sterkte.
- Ik sterkte.
Gangbaarheid
- Het woord sterkte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sterkte' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.