mild

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mild    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /mɪlt/
    • (Vlaanderen, Brabant): /mɪlt/
    • (Limburg): /mɪld/
Woordafbreking
  • mild
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘zachtaardig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen mildmildermildst
verbogen mildemilderemildste
partitief mildsmilders-

Bijvoeglijk naamwoord

mild

  1. zachtaardig, welwillend
    • Hij is een milde man. 
  1. gul.
    • Zij doet milde giften. 
  1. zacht.
    • Ik heb laatst nog milde shampoo gekocht. 
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord mild staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
stellend vergrotend overtreffend
mildmildermildest

Bijvoeglijk naamwoord

mild

  1. zachtaardig
  2. mild
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.