gevel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·vel
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘voormuur van gebouw’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1450 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord gevel gevels
verkleinwoord geveltje geveltjes

Zelfstandig naamwoord

gevel m

  1. (bouwkunde) buitenmuur van een gebouw, in het bijzonder die aan de voorkant
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gevel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.