geveltoerist
Nederlands
Woordafbreking
- ge·vel·toe·rist
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gevel en toerist
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geveltoerist | geveltoeristen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
geveltoerist m
- inbreker die zich toegang probeert te verschaffen door langs gevels omhoog te klimmen
Gangbaarheid
- Het woord geveltoerist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'geveltoerist' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.