formica

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  formica    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈfɔrmika/
Woordafbreking
  • for·mi·ca
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘harde kunststof’ voor het eerst aangetroffen in 1962 [1]
  • van de Engelse merknaam Formica, letterlijk "for mica" omdat onder dit merk eerst een kunststof werd gemaakt die als vervanger voor mica was bedoeld [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord formica -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

formica o

  1. (materiaalkunde) heel harde, gladde kunststof van vezels versterkt met melaminehars, vaak gebruikt voor gemakkelijk schoon te houden tafelbladen
stellend
onverbogen formica
verbogen -

Bijvoeglijk naamwoord

formica

  1. van met melaminehars versterkte vezels

Gangbaarheid

  • Het woord formica staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Italiaans

Woordafbreking
  • for·mi·ca
enkelvoud meervoud
formica formiche

Zelfstandig naamwoord

Uitspraak
  • IPA: /forˈmika/

formica v

  1. (insecten) mier

Zelfstandig naamwoord

Uitspraak
  • IPA: /ˈfɔrmika/

formica v

  1. (materiaalkunde) formica

Latijn

Zelfstandig naamwoord

formica v

  1. (insecten) mier
Verbuiging
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.