enggeestig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eng·gees·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen enggeestigenggeestigerenggeestigst
verbogen enggeestigeenggeestigereenggeestigste
partitief enggeestigsenggeestigers-

Bijvoeglijk naamwoord

enggeestig

  1. alleen maar kunnen denken vanuit de eigen positie
    • „Nee! Dat vind ik zo enggeestig nationalistisch. Vreemdelingenhaat is mij vreemd. Ik zeg in mijn boek wel dat die cultuur hindernissen kan oproepen qua integratie. Maar ik zeg ook dat de Marokkaanse jongetjes die ik in mijn beroep allemaal tegenkom, vaak de leukste zijn die je kon hebben. [1] 
    • Dat wat je staande houdt als advocaat, is je eigendunk. Vanuit die eigendunk - want je wilt voor jezelf en voor je cliënt niet verliezen – moet je een geconcentreerd en enggeestig denkpatroon hebben. Je moet je honderd procent concentreren op de bewijspositie van jouw cliënt en op de vraag; hoe kom ik weer tevreden met mezelf de deur uit na de zitting. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord enggeestig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
61 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. De Telegraaf 23 mrt. 2017 ’Tut, tut, geen roeptoeterij!’ 23 mrt. 2017 in BINNENLAND
  2. De Telegraaf JOHN VAN DEN HEUVEL 31 dec. 2016 Hiddema terug op strijdtoneel
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.