beperkt
Nederlands
Woordafbreking
- be·perkt
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van beperken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | beperkt | beperkter | beperktst |
verbogen | beperkte | beperktere | beperktste |
partitief | beperkts | beperkters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
beperkt
- verminderd, met specifieke grenzen
- Het apparaat is goed inzetbaar in beperkte ruimtes.
- Een beperkter assortiment is goed voor het rendement.
- Hoewel het land heel groot is is het niet oneindig groot, het is beperkt van omgang.
Afgeleide begrippen
- beperktheid
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beperken |
beperkt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beperken
- Jij beperkt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beperken
- Hij beperkt.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van beperken
- Beperkt!
- voltooid deelwoord van beperken
Gangbaarheid
- Het woord beperkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'beperkt' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.