bekrompen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·krom·pen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘niet ruim’ voor het eerst aangetroffen in 1774 [1]
  • vervoeging van bekrimpen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling i-o (/ɪ/ - /ɔ/) [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bekrompenbekrompenerbekrompenst
verbogen -bekrompenste
partitief bekrompensbekrompeners-

Bijvoeglijk naamwoord

bekrompen

  1. te beperkt van opvatting, niet verder kunnen kijken dan je neus lang is
    • Het is een bekrompen idee om niet te vragen wat de mensen willen eten, maar ze gewoon vlees te geven. 
  1. krap
    • een bekrompen behuizing 
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
  • bekrompene, bekrompenheid
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
bekrimpen

bekrompen

  1. meervoud verleden tijd van bekrimpen
    • Wij bekrompen. 
    • Jullie bekrompen. 
    • Zij bekrompen. 
  2. voltooid deelwoord van bekrimpen

Gangbaarheid

  • Het woord bekrompen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.