emigratie
Nederlands
Woordafbreking
- emi·gra·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van emigreren met het achtervoegsel -atie
- afgeleid van het Franse émigration
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | emigratie | emigraties |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
emigratie v
- verhuizing naar het buitenland
Hyponiemen
- groepsemigratie, hersenemigratie, remigratie
Afgeleide begrippen
- emigratie-expert, emigratiebeleid, emigratiebureau, emigratiedienst, emigratiegolf, emigratiekoorts, emigratieland, emigratiepolitiek, emigratieregeling, emigratieverdrag
Vertalingen
1.
|
|
Gangbaarheid
- Het woord emigratie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'emigratie' herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.