doodshoofd
 Menselijk doodshoofd [1] |
 Doodshoofd [3] een blok zonder schijven |
Nederlands
Woordafbreking
- doods·hoofd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dood en hoofd met het invoegsel -s-
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | doodshoofd | doodshoofden |
| verkleinwoord | doodshoofdje | doodshoofdjes |
Zelfstandig naamwoord
doodshoofd o
- een geraamte van een hoofd
- Een doodshoofd is een zeer populair hebbeding tijdens Halloween.
- een zeer mager en bleek gezicht
- Zijn langdurige ziekte resulteerde in een gezicht dat erg leek op een doodshoofd.
- (scheepvaart) een blok (katrol) zonder schijven met drie gaten
- Een doodshoofd wordt vaak toegepast in een wanttalie.
Synoniemen
- [1] schedel, hersenpan, doodskop
- [3] jufferblok, bovenjuffer, onderjuffer
Verwante begrippen
- [3] putting, puttingijzer, want, wantrust
Afgeleide begrippen
- doodshoofdaapje, doodshoofdvlieg, doodshoofdvlinder
Vertalingen
1. deel van skelet
2. mager hoofd
3. deel van wanttalie
Gangbaarheid
- Het woord doodshoofd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'doodshoofd' herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.