wantrust
Nederlands
Woordafbreking
- want·rust
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van want en rust
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wantrust | wantrusten |
verkleinwoord | wantrustje | wantrustjes |
Zelfstandig naamwoord
wantrust v/m
- (scheepvaart) een stevige klamp of brede rand die buitenboord op dekhoogte van een zeilschip is aangebracht, om er het want aan te bevestigen
- De bevestigingspunten voor de wanten (puttings) zijn op de wantrust aangebracht.
Synoniemen
- rust, scheepsrust
Meroniemen
- boord, scheepsbeslag
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'wantrust' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.