schedel
Nederlands
Woordafbreking
- sche·del
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schedel | schedels |
verkleinwoord | schedeltje | schedeltjes |
Zelfstandig naamwoord
schedel m
- (anatomie) skelet van een mensenhoofd of van een dierenkop, dat vorm geeft aan het hoofd resp. de kop
Hyponiemen
- hersenschedel, hoofdschedel
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord schedel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schedel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.