doodgraver
Nederlands
Woordafbreking
- dood·gra·ver
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dood zn en graver zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | doodgraver | doodgravers |
verkleinwoord | doodgravertje | doodgravertjes |
Zelfstandig naamwoord
doodgraver m
- (beroep) persoon die een graf graaft
- De doodgraver had een veel hoger tractement dan de koster, namelijk 312 gulden per jaar.[1]
- (insecten) keversoort die zich in aas voortplant
- De doodgraver legt haar eieren in dode dieren.
Vertalingen
1. (beroep) persoon
2. keversoort
Gangbaarheid
- Het woord doodgraver staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'doodgraver' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Peter Bitter, L. Noordegraaf, De Sint Laurens in de steigers: bouwen, beheren en restaureren van de Alkmaarse Grote Kerk, 2002
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.