dermatologie
Nederlands
Woordafbreking
- der·ma·to·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘leer der huidziekten’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- met het voorvoegsel dermato- met het achtervoegsel -logie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dermatologie | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
dermatologie v
- (medisch) een specialisme binnen de geneeskunde dat zich bezighoudt met aandoeningen van de huid, de nagels en het haar, samen huidziekten genoemd
Synoniemen
- huidziektenleer
Vertalingen
1. een specialisme binnen de geneeskunde dat zich bezighoudt met aandoeningen van de huid, de nagels en het haar, samen huidziekten genoemd
Gangbaarheid
- Het woord dermatologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dermatologie' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /dɛrmatɔlɔgɪjɛ/
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het zelfstandig naamwoord dermatolog
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | dermatologie | dermatologie |
genitief | dermatologie | dermatologií |
datief | dermatologii | dermatologiím |
accusatief | dermatologii | dermatologie |
vocatief | dermatologie | dermatologie |
locatief | dermatologii | dermatologiích |
instrumentalis | dermatologií | dermatologiemi |
Verwante begrippen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.