brandenburský

Tsjechisch

Uitspraak

IPA: /brandɛnbʊrskiː/

Woordafbreking

bran·den·bur·ský

Woordherkomst en -opbouw

Afgeleid van de eigennaam Brandenburk met het achtervoegsel -ský.

Bijvoeglijk naamwoord

brandenburský

(toponiem) (verouderd) Brandenburgs, Brandenburger; met betrekking tot Brandenburg.

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield	vrouwelijk	onzijdig	bezield	onbezield	vrouwelijk	onzijdig
nominatief	brandenburský		brandenburská	brandenburské	brandenburští	brandenburské		brandenburská
genitief	brandenburského		brandenburské	brandenburského	brandenburských
datief	brandenburskému		brandenburské	brandenburskému	brandenburským
accusatief	brandenburského	brandenburský	brandenburskou	brandenburské	brandenburské			brandenburská
vocatief	brandenburský		brandenburská	brandenburské	brandenburští	brandenburské		brandenburská
locatief	brandenburském		brandenburské	brandenburském	brandenburských
instrumentalis	brandenburským		brandenburskou	brandenburským	brandenburskými

Synoniemen

braniborský
(spreektaal) (verouderd) bramburský

Verwante begrippen

Brandenburčan m bezield
Brandenburčanka v
Brandenbursko o

Verwijzingen

Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.