bordeaux

Niet te verwarren met: Bordeaux
1. wijn uit de omgeving van de Franse stad Bordeaux
 
2. diep wijnrode naar paars neigende kleur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bor·deaux
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bordeaux bordeauxs
verkleinwoord bordeauxtje bordeauxtjes

Zelfstandig naamwoord

bordeaux

  1. m (als regel rode) wijn uit de omgeving van de Franse stad Bordeaux
    • We mengen twee gelijke delen cabernet sauvignon en merlot in de hoop een bordeaux na te apen. [3]
    1. bordeauxwijn van bepaalde soort of jaar
      • In werkelijkheid, zo getuigen waarnemers ter plaatse, is er sprake geweest van een paar glazen Château le Thil Comte Clary, jaargang 1993, met republikeins puritanisme uitgeschonken, want deze bordeaux is nogal aan de prijzige kant. [4]
    1. glas of fles bordeauxwijn
      • Hij dronk zijn bordeaux in een keer leeg. 
  1. o diep wijnrode naar paars neigende kleur
    • De treinen worden groen en paars in plaats van het bordeaux van Thalys. [5]
    1. bordeauxrode kleurstof of verfstof
      • Het bordeaux is bijna op. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
stellend
onverbogen bordeaux
verbogen

Bijvoeglijk naamwoord

bordeaux

  1. diepe, naar paars neigende wijnrode kleur
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bordeaux staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /bɔrdɔ/, /bɔrdɔː/
Woordafbreking
  • bor·deaux
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

bordeaux o

  1. bordeaux ; een Franse rode wijn uit de streek Bordeaux.
Verbuiging
Synoniemen
  • bordeauxské víno o
  • bordó o
  • bordóské víno o
Hyperoniemen
  • víno o
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
  • bordóský

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.