bordó

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
bordar

bordó

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito indefinido) van bordar


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /bɔrdɔː/
  • Geluid:  bordó    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bor·dó
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van de eigennaam Bordeaux, centrum van de Franse wijnstreek.

Bijvoeglijk naamwoord

bordó

  1. (kleur) bordeauxrood; een donkerrode kleur hebbend.
Verbuiging
  • Onverbogen
Synoniemen
  • karmínový

Zelfstandig naamwoord

bordó o

  1. bordeaux; een Franse rode wijn uit de wijnstreek Bordeaux.
Synoniemen
Hyperoniemen
  • víno o
Afgeleide begrippen
  • bordóský

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.