bomba

Italiaans

enkelvoud meervoud
bomba bombe

Zelfstandig naamwoord

bomba v

  1. bom


Pools

Zelfstandig naamwoord

bomba v

  1. bom
Verbuiging


Portugees

enkelvoud meervoud
bomba bombas

Zelfstandig naamwoord

bomba v

  1. bom
  2. pomp


Sloveens

Zelfstandig naamwoord

bomba v

  1. bom
Verbuiging


Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈbom.ba/
Woordafbreking
  • bom·ba
enkelvoud meervoud
bomba bombas

Zelfstandig naamwoord

bomba v

  1. bom
  2. (motortechniek) pomp
Synoniemen


Slowaaks

Uitspraak
  • IPA: /bɔmba/

Zelfstandig naamwoord

bomba v

  1. (militair) bom
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
  • bombardovať
  • bombardovací
  • bombardér m
  • bombasticky (bw.)


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /bɔmba/

Zelfstandig naamwoord

bomba v

  1. (militair) bom
Afgeleide begrippen


Turks

Woordafbreking
  • bom·ba
enkelvoud meervoud
nominatief   bomba     bombalar  
genitief   bombanın     bombaların  
datief   bombaya     bombalara  
accusatief   bombayı     bombaları  
locatief   bombada     bombalarda  
ablatief   bombadan     bombalardan  

Zelfstandig naamwoord

bomba

  1. (militair) bom


Zweeds

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • bom·ba
stamtijd
infinitief verleden
tijd
supinum
bomba
bombade
bombat
volledig

Werkwoord

bomba

  1. bombarderen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.