uitdoen
Nederlands
Woordafbreking
- uit·doen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit bw en doen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitdoen |
deed uit |
uitgedaan |
onregelmatig | volledig |
Werkwoord
uitdoen
- overgankelijk uitschakelen
- Hij deed het licht uit.
- overgankelijk kleding afleggen
- De stripper deed tergend langzaam haar bloesje uit.
Typische woordcombinaties
- een kaars uitdoen
- kleren uitdoen
Vertalingen
1. uitschakelen
Gangbaarheid
- Het woord uitdoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitdoen' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.